De overgang de schuld van geen zin in seks? Welnee!

Astrid Kremers_LIJN_01_2600x10px Hoog

‘Ik zal je wat vertellen, Astrid’, zegt Jeanette, ‘ik verveel me rot in bed bij mijn man. Hij is zorgzaam en betrouwbaar, hij is een geweldige vader voor onze dochters en financieel heb ik niks te klagen. Maar man oh man, wat is hij saai. Ik word echt niet meer opgewonden van hem.’

Als je aan de overgang denkt, denk je al snel aan vrouwen die daardoor geen zin hebben in seks. Denk je aan droge vagina’s en veel lichamelijke en psychische klachten. Gelukkig zijn er ook vrouwen die weinig klachten hebben door de overgang maar helaas wél seksuele problemen hebben. Vaak komt dat doordat vrouwen niet adequaat geprikkeld worden door hun partner.

Neem Jeanette bijvoorbeeld. De overgang is met weinig ruis aan haar voorbij gegaan. Ze dacht alleen dat de overgang een negatieve invloed had op haar zin in seks. Die zin in seks is namelijk de laatste jaren steeds minder geworden. Bij navraag blijkt dat seks zich de laatste jaren niet heeft vernieuwd, maar dat het meer van hetzelfde is gebleven. De seksfrequentie is wel verminderd. Begrijpelijk, stilstand betekent immers vaak achteruitgang.

Jeanette verveelt zich seksueel bij haar man. Hun manier van vrijen laat haar vuurtje niet meer branden. Ze ziet dit als háár probleem. ZÍj raakt immers niet meer opgewonden terwijl hÍj niet is veranderd. Het zal dus wel aan haar liggen, denkt ze. Sterker nog haar man Bart is tevreden. Eén keer per twee weken komt hij gemiddeld klaar, vaak door gemeenschap en soms doordat zij hem met haar hand stimuleert. Daarnaast weet ze dat hij zichzelf ook nog een paar keer per maand stimuleert.

Omdat Jeanette het ziet als haar probleem komt ze ook alleen op mijn spreekuur. Ze vraagt zich af of er pillen bestaan waardoor ze weer zin in seks kan krijgen of dat wellicht glijmiddel kan helpen. Ik gooi het gesprek echter over een hele andere boeg.

Ik vraag haar of ze samen weleens praten over seks. Ze zegt dat ze jaren geleden heeft gezegd dat ze steeds minder zin in seks krijgt. Bart zei toen dat ze dat niet als een probleem hoeft te zien. Vroeger hadden ze weliswaar minimaal twee keer per week seks, maar hij stelde haar gerust dat hij met deze seksfrequentie ook tevreden is. Daarna hebben ze er eigenlijk niet meer over gepraat.

Ik vraag Jeanette of ze ooit haar wensen weleens duidelijk heeft gemaakt aan Bart. ‘Nee, dat heb ik nooit gedaan. Ik weet niet of ik het durf. En ik weet niet eens of ik wel weet wat ik wil. Zoveel ervaringen in spannende seksuele dingen heb ik nou ook weer niet. Praten over seks vind ik heel lastig. Ik weet bijvoorbeeld wel dat mijn man masturbeert, maar ik heb hem nooit verteld dat ik tijdens ons huwelijk ook soms gemasturbeerd heb en dat heel soms nog weleens doe.’

Het is mij inmiddels wel duidelijk geworden dat communicatie de sleutel kan zijn om haar zin in seks te vergroten. En dat niet aan de overgang de schuld kan worden gegeven. Ik vertel Jeanette dat niet zÍj de oorzaak is van dit probleem, maar dat zij en Bart dat sámen zijn. Zij raakt immers niet voldoende geprikkeld en daar zijn ze samen verantwoordelijk voor.

Ik stel daarom voor dat ze de volgende keer samen naar mijn spreekuur komen en dat we dan met elkaar gaan praten over seks. Jeanette is even stil en zegt dan dat ze het spannend vindt maar dat het tijd is aangebroken dat dat gaat gebeuren. We maken een afspraak.
Deze casus is niet op individuele patiënten gebaseerd. Het is een casus op basis van de jarenlange ervaring van Astrid Kremers met soortgelijke cliënten in haar seksuologie-praktijk.

Lees het hele artikel hier.

© 2018 - 2024 Sexuoloog.nl - Astrid Kremers | KvK 30263231 | AGB code persoonlijk: 90041056 | AGB code zakelijk: 90019444 | Privacy en klachtenregeling