Mediq Combicare: Incontinentie en seks
“Naar een positieve spiraal”
Uit onderzoek van kenniscentrum Rutgers blijkt dat bij een aandoening, ziekte of handicap een grotere kans bestaat op problemen op seksueel gebied. Door mogelijke schaamte en/of taboe is het niet zo gemakkelijk om hierover te praten, waardoor mensen in een isolement dreigen te komen. Seksuoloog Astrid Kremers weet hoe je dat kunt voorkomen en welke stappen je kunt zetten om daar weer uit te komen.
Naast haar eigen seksuologiepraktijk (www.sexuoloog.nl) werkt Astrid Kremers ook in het UMC Utrecht. Zij houdt zich bezig met patiëntenzorg, onderwijs en persvoorlichting. Ook is zij betrokken bij diverse patiëntenorganisaties, eigenaar van www.seksboeken.nl en auteur van het boek ‘Aandacht voor seks’. Met grote regelmaat adviseert zij mensen die seksuele problemen ervaren die rechtstreeks verband hebben met incontinentie.
“We leven in een maatschappij waarin we denken dat iedereen fantastische seks heeft”, verzucht de seksuoloog. “Verder denken veel mensen dat het is voorbehouden aan gezonde mensen en dat seks puur bestaat uit geslachtsgemeenschap. Daarmee lijken we voor onszelf een nodeloos hoge standaard neer te zetten. Ook mensen die door een ziekte of aandoening beperkingen ondervinden hebben natuurlijk behoefte aan intimiteit en seksualiteit.”
Communiceren
In haar ervaring is seksualiteit een lastig onderwerp om over te praten, zowel voor patiënten en hun partners als voor zorgverleners. Logisch gevolg is dat het onderwerp onvoldoende ter sprake wordt gebracht, terwijl incontinentieklachten vaak tot seksuele veranderingen en zelfs tot problemen kunnen leiden. De combinatie van schaamte, taboe en slechte communicatie mondt in sommige gevallen uit in een negatieve spiraal en isolement. Hoe kom je daar nu weer uit?
“Er zijn gelukkig verschillende factoren waar je op in kunt haken”, aldus Astrid Kremers. “Als seksuoloog kijk ik altijd naar de balans tussen remmende en stimulerende factoren. Wat mensen remt heeft vaak te maken met schaamte, onzekerheid, faalangst, somberheid, jezelf vies voelen of geen vertrouwen meer in je eigen lijf hebben. Ook voelen mensen zich soms minder vrouwelijk of mannelijk, ervaren zij pijn of is er angst voor verlies van urine of voor nare geurtjes. En wanneer je al jaren een vaste partner hebt kan er door ziekte een rolverandering plaatsvinden in je relatie. Mensen ondersteunen elkaar met de zorg, bijvoorbeeld door elkaar te helpen verschonen. Wanneer je partner die rol heeft is het soms lastig terugschakelen naar de rol van minnaar.”
Stimulerende factoren
“Wanneer de remmende factoren zwaarder wegen dan stimulerende factoren ervaren mensen geen zin in seks”, vervolgt de seksuoloog. “Zij raken minder snel opgewonden en kunnen moeilijker een orgasme bereiken. Als seks minder beloning geeft heb je er ook minder zin in, waardoor een negatieve spiraal kan ontstaan. Om weer zin te krijgen in seks gaan we in de behandeling proberen om remmende factoren te verminderen en stimulerende factoren te vergroten.”
Daar blijken gelukkig veel mogelijkheden in te zijn. Soms kun je remmende factoren heel praktisch wegnemen. Bijvoorbeeld door niet een groot glas water te drinken voordat je wilt vrijen. Of door vooraf nog even te plassen of jezelf te verschonen, te vrijen onder de douche of de bekkenbodemspieren te trainen. Daarnaast kan de seksuoloog mensen leren om ‘helpende gedachtes’ te hebben. Zo kun je leren inzien dat seksualiteit breder is dan geslachtsgemeenschap met elkaar hebben of stimulering van de geslachtsorganen. Soms brengt een andere lichaamshouding al een positieve verandering teweeg. En wat ook belangrijk is: in gesprek gaan met je partner over oplossingen. “Een gezonde dosis humor en elkaar over en weer complimentjes geven werkt daarbij erg goed”, stipt zij aan. “Als je plezierige ervaringen hebt ga je er ook meer zin in krijgen. De balans tussen remmende en stimulerende factoren slaat dan door naar de positieve kant.”
Stapje voor stapje
Er blijkt geen eenduidige aanpak te zijn voor het beste resultaat. Zo kan bijvoorbeeld de seksuele geaardheid specifieke kwesties aan het oppervlak brengen. Ook is er een groot verschil of je al jaren een vaste partner hebt of vrijgezel bent. Bepaalde zaken – zoals er met je bedpartner over praten – komen tijdens een gesprek met de seksuoloog altijd aan de orde. Wat is bijvoorbeeld het juiste moment om over je angsten of je aandoening te beginnen en hoe breng je dat op de juiste manier onder woorden? Astrid Kremers: “Over het algemeen zorgt stapje voor stapje dingen ter sprake brengen voor het beste resultaat. Om je zelf tijdens de eerste date voor te stellen en direct over je klachten te beginnen werkt niet. Maar je moet er ook niet te laat mee komen. Als seksuoloog oefen ik vaak met mensen wat zij kunnen zeggen op welk moment, en welke woorden of zinnen zij het beste kunnen gebruiken. Het is belangrijk dat de boodschap op een positieve en prettige manier over komt. Dat geldt in geval van incontinentie, maar eigenlijk ook bij alle andere aandoeningen en beperkingen.”
“Verder is een belangrijke rol weggelegd voor continentiehulpmiddelen. Je hebt een ideale situatie en een reële situatie. Wanneer je last hebt van incontinentie helpt het om manieren te vinden om je aan te passen aan de omstandigheden. Eén van die manieren is: gebruik maken van hulpmiddelen. Hetzelfde geldt als je een been breekt: je kunt dan thuis blijven zitten of toch op pad gaan met een paar krukken ter ondersteuning. Goede continentiehulpmiddelen helpen mensen om zich een stuk zekerder te voelen.”
Bespreekbaar maken
Tot slot roept de seksuoloog mensen op om zaken bespreekbaar te maken met hun continentieverpleegkundige, arts, psycholoog of maatschappelijk werker. Op deze manier kan worden voorkomen dat mensen met seksualiteit blijven worstelen of zelfs in een isolement raken vanwege de klachten. “Als je daar met hen niet uit komt dan kun je altijd nog een bezoek brengen aan de seksuoloog”, aldus Astrid Kremers. “Deze titel is niet beschermd, maar er zijn erkende seksuologen die zich moeten houden aan een kwaliteitsregister. Een overzicht van deze collega’s staat vermeld op www.nvvs.info.”