Start gemaakt met training methodisch kind-interview
Vandaag gestart met training methodisch kind-interview
Methodisch kind-interview, bij een vermoeden van kindermishandeling of seksueel misbruik.
Geregeld bestaan er zorgen over kinderen en jongeren die mogelijk traumatische ervaringen hebben meegemaakt, terwijl zij daar niet uit zichzelf en spontaan over praten. Als er te weinig aanwijzingen zijn voor de politie om aan de slag te gaan, kloppen ouders en hulpverleners aan bij hulpverleningsinstanties. Die staan dan voor de taak zo goed en objectief mogelijk met het kind in gesprek te gaan zonder een eventueel juridisch vervolgtraject in de wielen te lopen. Maar hoe doe je dat?
Het methodisch interviewen van kinderen vraagt van hulpverleners een omschakeling in attitude, houding en gedrag. Daarnaast vraagt het specifieke gesprekstechnische kennis en kunde. Reguliere hulpverleningsopleidingen besteden weinig aandacht aan gespreksvoering gericht op het verzamelen van objectieve informatie. Tegelijkertijd is het belang van deze gesprekken groot. Het verantwoord voeren van een dergelijk gesprek is echter geen eenvoudige zaak. In het interview is het van belang tegelijkertijd objectief informatie te verzamelen, de stress van het kind (en van de hulpverlener zelf) te hanteren en eventuele hertraumatisering te voorkomen. Daarnaast is de afstemming met ouders en derden als politie en het OM, cruciaal.
The American Professional Society on the Abuse of Children (APSAC) ontwikkelde een gestructureerd interviewmodel waarin het ‘narratief’/ het verhaal van het kind, centraal staat. In deze training wordt het APSAC model, bestaand uit een aantal fasen, als leidraad genomen. Het model wordt stap voor stap toegelicht, aangeleerd en intensief getraind, o.a. door herhaaldelijke oefening in practica. De opleiding biedt theoretische achtergrondkennis over de dynamiek van misbruik, ontwikkelingsaspecten, de werking van het geheugen en typen vraagstelling. Deze kennis is noodzakelijk om kwalitatief goede interviews af te kunnen nemen. Daarbij komen ook de attitude van de interviewer, het denken in meerdere scenario’s en de inbedding van deze interviews in de dagelijkse werkpraktijk aan bod. In de opleiding wordt nadrukkelijk stilgestaan bij de afstemming met politie en het OM.
Tijdens de terugkomdag laten deelnemers middels video-opnamen zien hoe zij het geleerde toepasten in de praktijk. Daarna volgen minimaal twee supervisie bijeenkomsten waarin vaardigheden van de deelnemer, middels een beoordelingsformulier geprotocolleerd van feedback worden voorzien. De supervisie kan worden beëindigd als de deelnemer alle onderdelen met een voldoende heeft afgerond.
Docent
Aafke Scharloo, Klinisch Psycholoog en lid van de Taskforce Kindermishandeling
Aafke Scharloo heeft jarenlange ervaring in het voeren van deze gesprekken zowel in het hulpverleningskader als het justitiekader. Ze is daarbij zeer ervaren in het trainen van deze gesprekstechnieken en het superviseren van hulpverleners en politiemensen.
Programma onderdelen
- Theorie over dynamiek van kindermishandeling/ seksueel misbruik , trauma en disclosure
- Plaats van het kind- interview in hulpverlening/ strafrecht, samenwerking met andere betrokkenen
- Randvoorwaarden en organisatorische inbedding
- Attitude, houding en gedrag van de interviewer
- Theorie over taal, ontwikkeling, geheugen en typen vraagstelling
- Basistechnieken van de afzonderlijke fasen van het interview: theorie en intensieve oefening: introductie, gespreksregels, oefenen van een narratief, transitie naar onderwerp van zorg, doorvraag en afronding van het interview
- (Contra-) indicaties met betrekking tot het gebruik van ondersteunend materiaal (tekeningen, poppen en ander materiaal)
- Aandachtspunten m.b.t. speciale groepen zoals getraumatiseerde kinderen, kinderen met beperkingen en kinderen met psychiatrische problemen en tieners/ adolescenten.
- Uitgebreid interview practicum